Over Helga Kos

Helga Kos is een typische schilder en tekenaar. Dat heeft er mee te maken dat ze van het trage, zoekende proces houdt van die twee disciplines. Waarbij je al werkende de mogelijkheden van je thema verkent en je de onverwachte invallen, die tijdens het maakproces ontstaan, wilt toelaten.

Een gevolg daarvan is dat delen van het schilderij regelmatig moeten worden overgeschilderd, gedeeltelijk of helemaal. Omdat ze niet meer voldoen aan de nieuwe inzichten. De resten van die veranderingen kunnen tegelijkertijd een nieuwe functie in het nieuwe totaalbeeld krijgen. Het schilderen is een geconcentreerd spel van weghalen en behouden en zoeken tot de vorm van het werk samenvalt met de beoogde inhoud van het werk.

Over de schilderijen van Helga Kos

Haar productie bestaat uit schilderijen, tekeningen en grafiek. Waarin altijd een sterke suggestie van ruimtelijkheid is, zonder dat die ruimte vastgezet is in een perspectivisch model. Die ambigue ruimtelijkheid helpt Helga Kos om afbeeldingen te kunnen maken die een huls zijn waarop de beschouwer zijn of haar eigen ervaringen en herinnering kan projecteren.

Helga Kos onderzoekt hoe we kijken

Kos’ werk is ook altijd een onderzoek naar hoe we onze wereld waarnemen. En daarmee: Hoe vertaal je een ervaring of herinnering naar een afbeelding op een stuk papier of doek? Zelf zegt ze: ‘Hoe ziet de werkelijkheid er uit waar je middenin staat, of: Hoe kijk je naar wat je meemaakt? En hoe zien onze herinneringen daaraan er eigenlijk uit? Hoe zien de beelden eruit die je van je ervaringen opslaat?

Van 4 naar 2 dimensie

Als je een schilderij van de werkelijkheid of van een herinnering wilt maken zal je een manier moeten vinden om de dimensies van tijd (de 4e) en ruimte (de 3e) in te krimpen tot de twee dimensies van een plat vlak.
Helga Kos: ‘Ik begrijp best dat dit niet kan, maar het zoeken naar manieren om dit te benaderen levert me inzichten op over het karakter van ruimte, tijd, herinneringen en werkelijkheid.’

Het gebruik van perspectief in de kunst

Zeshonderd jaar geleden, rond 1420, vond de Italiaanse architect Filippo Brunelleschi een oplossing uit om drie dimensies weer te geven op een plat vlak. Hij introduceerde het middelpunt perspectief: een systeem van evenwijdige lijnen die aan een denkbeeldige horizon samenkomen in verdwijnpunten. Dit had hij nodig om zijn studies van klassieke bouwwerken goed op papier te krijgen.

Brunelleschi’s uitvinding was dermate effectief dat westerse kunstenaars op grote schaal zijn methode gingen toepassen.

Brunelleschi maakte de uitvinding van de camera mogelijk

De uitvinding van het middelpunt perspectief was zo effectief dat we nu dagelijks overspoeld worden met foto’s en afbeeldingen die volgens dit principe opgebouwd zijn.
Je zou zelfs kunnen verdedigen dat de fotocamera zijn vorm en functie gekregen heeft, in directe relatie tot Brunelleschi’s ideeën over perspectief; met die heel specifieke manier om naar de werkelijkheid te kijken.
De camera moest hetzelfde produceren als er op duizenden perspectivisch correcte schilderijen te zien was. Allemaal gemaakt volgen Brinelleschi’s truc.

Kos’ reactie op Brunelleschi’s uitvinding

Het gebruik van het middelpunt perspectief (het standpunt van een fotocamera) is voor mij te statisch, een te beperkende manier om het leven te verbeelden. Want als je een gebeurtenis of herinnering wilt afbeelden gebeurt er meer dan je op een foto van die gebeurtenis kunt laten zien. Dat wat er was heeft een andere betekenis.

De onderdelen van een gebeurtenis hebben een hiërarchie die de foto niet laat zien. Dat iemand een rode jurk droeg is misschien belangrijker dan naast welke belangrijke persoon ze stond. Of haar (net zichtbare) hand heeft in je beleving een belangrijker rol dan haar gezicht. Maar de fotocamera maakt alles even belangrijk.

Waarom vakantiefoto’s zelden je vakantiegevoel weergeven

Eén ding is zeker: ondanks de vele vakantiefoto’s die gemaakt worden lijken ze hoogst zelden op de ervaringen van hoe het was. Het zijn vage afspiegelingen. Hooguit helpen ze je om je herinneringen op te frissen.

In mijn tekeningen en schilderijen zoek ik steeds naar de vorm die een ervaring (of herinnering, maar dat is bijna hetzelfde) zou kunnen hebben. Het zijn eigenlijk opties voor hoe zoiets eruit zou kunnen zien. Het gaat niet per se om een werkelijkheid die ‘echt’ is of bestaan moet hebben.

Ik wil dat mijn tekeningen in het hoofd van de toeschouwer een verbinding aangaan met zijn of haar herinneringen. Dat ze een werkelijkheid laten zien die je beter kunt voelen dan nameten.’

Studio, werkplek, ateliergebouw

Het atelier van Helga Kos is op het WG-terrein in Amsterdam, in een kraamkamer van het voormalige Wilhelmina Gasthuis. Het ziekenhuis uit 1897 dat in 1983 overging in het AMC en verhuisde naar de Bijlmer.
In twee van de twintig verschillende paviljoens van het Wilhelminagasthuis, de Paviljoens 18 en 19, werken nu ruim 100 kunstenaars, verzameld onder de paraplu ‘Vereniging AtelierWG’.

Daarnaast is er een stichting opgericht om culturele activiteiten te organiseren en beheert de stichting expositieruimte PuntWG, beneden in paviljoen 18.
Helga Kos was vier jaar bestuurslid van Stichting AtelierWG.

Kos: ‘Hierdoor ken ik veel kunstenaars uit de twee gebouwen en voel me zeer verbonden met dit ateliercomplex en de kunstenaars. Ik heb hier, midden in de stad, een groot en licht atelier waar het onwaarschijnlijk stil is en waar ik heel goed kan werken.’

Achtergrond en opleiding

Helga Kos: ‘Studeren aan de Rietveld was een spannend avontuur. Aanvankelijk wilde ik de afdeling Vrije Grafiek en Schilderen volgen. Maar omdat ik me op die afdeling niet thuis voelde switchte in naar wat toen Gebonden Grafiek heette.  Later werd het de afdeling Audiovisueel en uiteindelijk, onder leiding van Jos Houweling, Voorheen Audiovisueel.

Het was een heel gastvrije en fluïde afdeling, waardoor  meerdere studenten die op andere afdelingen niet helemaal pasten welkom waren.

Het voordeel daarvan was dat ik opdrachten bijvoorbeeld vaak met tekeningen kon uitvoeren. Maar belangrijker was nog dat de lessen bestonden uit uitgebreide werkbesprekingen waarbij het concept en de inhoud, in relatie tot de vorm van het werk, belangrijk was. Iets wat in die tijd bij de ‘vrije’ afdelingen van academies niet zo relevant leek.’

En . . . . .

‘Op de Rietveld was er geen afdeling animatiefilm. Zelfs op de Filmacademie bestond zo’n opleiding toen nog niet. Maar bij ‘Grafisch Ontwerpen’ was er wel een (analoge) filmcamera. Die kon je voor een middag reserveren om tekenfilms mee op te nemen. Met die voorstudies konden we daarna films maken voor het televisieprogramma Twee voor Twaalf.

Dat leidde er toe dat ik, samen met twee medestudenten, afstudeerde met een animatiefilm. Het was een promotiespot, gemaakt in opdracht van de Schooltelevisie, die op televisie (op prime time) werd uitgezonden.

Een paar jaar na mijn eindexamen van de Rietveld Academie heb ik nog twee jaar Rijksacademie gedaan.

Mijn opleidingen heb ik meanderend bij elkaar gesprokkeld. De beslissingen die ik nam waren intuïtief, onberedeneerd en leken op het eerste gezicht arbitrair en niet altijd logisch. Maar terugkijkend blijkt dit schijn en klopten ze perfect in relatie tot mijn interesses en talenten.

Helga Kos en filmstudio De Dames

Direct na de Rietveld richtte ik met medestudent José Vonk een animatiefilm bedrijf op. We huurden een haltewoning in Amsterdam West en hingen een bord aan de deur:
De Dames / animatiefilms en illustraties.

José en ik konden uitzonderlijk goede samenwerken en hadden succes met ons bedrijf. We kregen opdrachten van omroepen, bedrijven en tijdschriften.
En in 1986 ontvingen we een nominatie voor een Gouden Kalf voor de animatiefilm Welterusten Schat, een samenwerkingsproject met Paul Haenen.

Omdat het steeds beter ging bij De dames had ik minder tijd om te schilderen. Het kwam erop neer dat ik moest kiezen tussen die twee disciplines. De uitkomst was dat ik na tien samengewerkt te hebben met José, afscheid nam van De Dames; met pijn in het hart.

Lees meer over de korte film Welterusten Schat, met afbeeldingen van de film.

Personage 'Drabbe' uit de tekenfilm Welterusten schat. Drabbe ligt in bed en peutert in zijn neus